De Brahms klarinetsonate in E flat major en de klarinet sonate in F minor van Brahms blijven bij spelers en fans van klarinet muziek sterkhouders tot op de dag van vandaag. Samen verkennen deze twee zeer verschillende stukken, beide geïnspireerd door Brahms goede vriend, de virtuoze klarinettist Richard Mühlfeld, het volledige karakter van de klarinet. Deze stukken gingen in première met Mühlfeld op de klarinet en Brahms aan de piano, met Clara en Robert Schumann in het publiek. Dit waren de laatste stukken die Brahms voor de solo klarinet schreef, en hij beschouwde ze als zijn meest geslaagde.
Een van de belangrijkste dingen die een klarinettist moet overwegen wanneer die beslist om de klarinetsonate in fa klein Op 120 nr. 1 of de klarinetsonate in mi bemol klein Op 120 No 2 te gaan spelen, is wie hem zal begeleiden. De pianopartijen van deze sonates zijn namelijk meer dan louter begeleidingen. Zij zijn misschien zelfs moeilijker geschreven dan die voor de klarinet. Deze sonates, geschreven tegen het einde van Brahms leven, worden vaak omschreven als ”herfstig” en wekken een warm, melancholische gevoel op. Dit warme en milde gevoel kan niet alleen door de klarinet worden opgeroepen. De sonates worden ook vaak uitgevoerd door de altviool, die een vergelijkbaar bereik heeft. Hoewel geen van beide tot de moeilijkste of de gemakkelijkste stukken in het repertorium voor de klarinet behoren, behoren deze twee sonates tot de meest populaire stukken voor klarinet. Ze dienden vaak, hoe indirect ook, als inspiratie voor latere componisten die solomuziek schreven voor de klarinet.
De partituren en partijen van deze sonates vind je in onze bibliotheek : Klarinet sonate No 1 & Klarinet sonate No 2.